De biosfeer is het gedeelte van de Aarde waar leven mogelijk is.
Het is een dunne laag van de aardbol en het gedeelte van de lucht daarboven.
De biosfeer is het leefgebied van alle organismen op aarde; in de vaste aardbodem kunnen bacteriƫn tot enkele meters diep leven, in de lucht is de biosfeer een achttal kilometers hoog, tot zover is er voldoende zuurstof om te leven. En in het water strekt de biosfeer zich uit tot op zeer grote diepten van soms 11 km.
De naam biosfeer werd voor het eerst gebruikt door de geoloog Eduard Suess (1831 - 1914) in 1875. Suess bedoelde met de biosfeer een soort enveloppe van levende organismen die de Aarde omvat.
Het idee werd opgepikt door twee geleerden, Victor Moritz Goldschmidt (1888 - 1947) en Vladimir Vernadski (1863 - 1945).
Vernadski zag de Aarde als een groeiend systeem, dat langzaam steeds ingewikkelder wordt.
Hij verdeelde dit systeem in een geosfeer (de vaste Aarde), een biosfeer (alle levende en dode organismen, de oceanen, bodems en de troposfeer) en een noƶsfeer (het menselijke bewustzijn). Goldschmidt had een veel strictere definitie van de biosfeer die alleen alle levende (dus geen dode) organismen bevat. Deze visie is in het Westen de meest gebruikelijke.
maandag 23 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten